Wat maakt Nationaal Park De Groote Peel zo bijzonder?
Nationaal Park De Groote Peel bestaat grotendeels uit een aaneengesloten restant hoogveen en dat is zeldzaam in Nederland. Ook de landschappelijke openheid en de alom bekende en bijzondere vogelrijkdom maken dit natuurgebied bijzonder.
Bijzondere landschappen
In theorie kunnen er vier verschillende landschapstypen onderscheiden worden in dit Nationaal Park.
Voor wandelaars is het gebied in werkelijkheid veel gevarieerder door allerlei overgangen tussen de verschillende landschappen.
Water en moeras
Water en moeras zijn bij de turfafgravingen op verschillende plekken ontstaan. Nu zijn het de kokmeeuwen die dankbaar gebruik maken van de ‘peelpuisten’ om er hun nesten op te bouwen. Peelpuisten zijn dode boomstronken die onder het pakket veenmos terecht waren gekomen en bij het turfsteken weer te voorschijn kwamen, tot grote ergernis van de turfstekers.
Levend hoogveen
In het nationaal park zijn nog plaatsen waar de omstandigheden geschikt zijn voor veenmossen. Heel bijzondere groeiplaatsen zijn de kleine, diepe turfputten van soms maar enkele vierkante meters groot. Vroeger werd in deze boerenkuilen meestal door één man één dag turf gestoken en dan stond de kuil de volgende dag helemaal onder water. De kuilen worden nu gevuld met regenwater. Ze lijken helemaal gevuld te zijn met veenmos. Maar ga er niet op staan, want dan blijkt dat je er wel eens behoorlijk diep in weg kunt zakken. Het veenmos is slechts een dunne laag dat op het water drijft. In en bij de veenputten bevinden zich nog verschillende andere zeldzame soorten planten zoals zonnedauw, veenbes en lavendelheide.
Open vlakten
Daar waar het veen bijna helemaal weg is gegraven, zijn nu uitgestrekte vlakten met het alles overheersende pijpestrootje ontstaan. De drogere delen zijn soms begroeid met hoge adelaarsvaren. De kale, ondiepe waterplassen herinneren nog het meest aan het vroegere boomloze hoogveenlandschap. Typisch hoogveenvogels zoals de wulp voelen zich hier dan ook uitstekend thuis.
Heide en bossen
Op hooggelegen delen, waar het veen helemaal afgegraven is, bleef enkel schraal zandgrond over. Een ideale situatie voor heideplanten. Er groeit vooral struikhei. Om deze terreinen open te houden worden ze begraasd.
Op verschillende plaatsen binnen het Nationaal Park heeft zich bos ontwikkeld. Deze bossen hebben veel structuur doordat er sprake is van verschillen in ouderdom en verschillen in groeisnelheid.